Geen koopkrachtverbetering voor ouderen

Willem Heijdacker, alias de Sjaak, is boos. Boos op minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘’Minister Koolmees wil geen koopkrachtverbetering voor ouderen’, zegt hij.

Half juni voerde Koolmees in de Eerste Kamer een debat over de stand van zaken m.b.t. het nieuwe pensioenstelsel en de koopkracht van ouderen. Het twee uur durende gesprek kende een aantal scherpe vragen van Eerste Kamerleden. De antwoorden van de minister waren uitermate frustrerend voor de pensioengerechtigden. ‘De boodschap van de minister kwam er op neer dat pensioengerechtigden geen indexatie zullen krijgen, ook al gaat de inflatie sterk stijgen. We moeten het doen met ons AOW (dat jaarlijks een paar euro gecorrigeerd wordt vanwege de gestegen vaste lasten) en het nominaal aanvullende pensioen.’ Ter geruststelling suggereerde Koolmees luchtig dat het aanvullende pensioen van de meesten toch maar 400 à 500 euro gemiddeld per maand is, en dat de meeste mensen geen ‘last’ hebben van het niet indexeren van de aanvullende pensioenen.

In één klap breekt hij op een dinsdag met het door de overheid zelf verspreide beeld van rijkste ouderen ooit in Nederland, rijkste in Europa, kortom het beeld van witte wijn nippende massa’s gepensioneerden in Portugal voor hun camper. Geen van deze beelden klopt met de werkelijkheid. ‘Nu komt het Koolmees kennelijk goed uit om hun zelf gespaarde private pensioen te blijven afknijpen en niet te indexeren en dan overdrijven we dat het gemiddeld maar heel laag is.’

‘In een slip van de tong (?) zei hij ineens dat er nu 1900 miljard in de pensioenpotten zit. In 10 jaar zijn de waarden verdubbeld en in 2043 hebben we vast 4000 miljard in de pot. Tot op heden kloppen die wetten van exponentiële groei. Waarom blijven we zo sparen voor een onmetelijke en groeiende berg geld, die niet gebruikt wordt? Intussen kan er geen cent uitkering aan pensioendeelnemers af, volgens de minister, terwijl er zoveel rendement is. Er wordt ongeveer evenveel premie betaald als er aan pensioenuitkeringen wordt betaald (rond 32 miljard per jaar, dus 1,7 % van die 1900 miljard euro. Daarbovenop komen elk jaar de werkelijk rendementen (7 % gemiddeld de afgelopen decennia). Maar die snel groeiende pot geld ligt dood voor de kast. Een pot “speelgeld” voor beleggingen door vermogensbeheerders en financieringsmiddel voor staatsobligaties. Er kan geen 2 % indexatie voor opbouw en pensioenuitkeringen van 1,7 % aan gepensioneerden af. Dit is niet uit te leggen en toch blijft Koolmees zeggen dat er niet genoeg geld is. Het kasstroommodel dat voor iedereen een echte win-win situatie is: voor de werkgevers een premie van 15 %, waardoor er veel meer winst overblijft, bijvoorbeeld voor investeringen, voor de werknemers, een hoger loon en geïndexeerde opbouw van hun pensioen, voor de minister van Financiën, de heer Hoekstra, veel meer belastingopbrengsten, waardoor zijn droom om niet een hogere staatsschuld naar onze (klein)kinderen te hoeven doorschuiven simpel uitkomt, voor onze (klein)kinderen juist dat, voor de gepensioneerden eindelijk indexatie over hun eigen gespaarde pensioencenten. ’Met ons pensioensysteem doen we onszelf en anderen tekort’.

Eerste Kamerlid Van Rooijen vroeg aan minister Koolmees wat hij hiervan vond. Het antwoord van de minister komt er op neer dat om eeuwig pensioenen te kunnen betalen, in de Pensioenpotten ongeveer 30 maal het bedrag aan pensioenuitkeringen als “spaarpot” en beleggingskapitaal van de pensioendeelnemers moet blijven. ‘Dit is een verkapte manier om de rekenrentediscussie terug te halen. Er zou voldoende geld zijn, bij een verondersteld rendement om uit te kunnen keren. Als we nu de rekenrente fors zouden verhogen, dan is er in “boekhoudkundige zin” keer veel meer geld om uit te kunnen keren. Er is niet ineens meer geld. Maar dat is nu dé discussie van afgelopen jaren, of er genoeg geld is. Dat is niet verstandig, dat is niet prudent en ook niet generationeel fair.’

Heijdacker: ‘Als u nu eens uw rekenmachine tevoorschijn haalt, meneer Koolmees, dan ziet u dat het geen kwestie is van boekhoudkundig “verschuiven.” Het is een kwestie van rekenen, zien dat er geld in overvloed is én vervolgens willen.’ En Koolmees spreekt volgens Heijdacker niet de waarheid. ‘Het geld blijft van de pensioendeelnemers. De overheid heeft niets te willen met het geld van anderen, dat zij zelf bij elkaar gespaard hebben!’ 

Ook een verbetering van de koopkracht van ouderen, door de ouderenkorting te verhogen, behoort niet tot de mogelijkheden. ‘Wat is het toch dat de overheid ouderen zo weinig waardeert’, vraag Heijdacker zich af. ‘Komend jaar hebben de pensioengerechtigden dus weer te maken met koopkrachtverlies. Maar er komt wel een opnieuw uitgesteld pensioenstelsel, een miljardenverdienmodel dat goed is voor de pensioenindustrie ’gevestigde belangen’. Die zijn voor de politiek belangrijker dan de mensen in het land.’

Bedroevend nieuws dus van de zijde van Koolmees. Waardoor de Sjaak en zijn medestrijders de barricade op moeten. Samen met u?