Afbeelding
Een gesprek met...

Tijnie Radings

Algemeen 799 keer gelezen

Tijnie, een bijzondere naam, die is afgeleid van Martijntje. In januari wordt ze 74 en ze is geboren en getogen in Hellevoetsluis.

'Ik ben geboren aan de Oostkade', vertelt Tijnie. 'En in al die jaren ben ik binnen de gemeente een aantal keren verhuisd. Na de lagere school heb ik nog twee jaar de MULO gedaan, maar ben daarna gaan werken. Een vriendin van mijn ouders kreeg een auto ongeluk en ik moest bij haar in de huishouding gaan helpen. Kort daarna, ik was toen 16 jaar, moest ik trouwen. Mijn man Wim zat bij de marine en was hier gelegerd. Vrienden van mijn ouders hadden een cafeetje aan de haven en daar heb ik hem leren kennen. Met hun dochter ben ik ook opgegroeid en zij is nu nog steeds een vriendin van me. Toen ik 17 was, is mijn oudste zoon geboren. Later volgden nog een zoon en een dochter. Ik ben met Wim bijna 25 jaar getrouwd geweest. Ik ben een echt 'mensenmens' en hij was dat niet. Uiteindelijk botste dat dus. Nu woon ik al weer bijna 33 jaar hier, lekker met mezelf. Ik heb zes kleinkinderen, waarvan vier biologisch en heb ook al twee achterkleinkinderen. Met mijn kleinkinderen op wie ik van kleins af aan heb gepast, heb ik echt een band. Hen draag ik op handen!'

'Ik heb veel gewerkt, poetsen en boenen bij mensen thuis, maar ook op scholen. Ik heb tot mijn 55e gewerkt. Dat was ook bij een zeefdrukkerij, waar ik in een moeilijke tijd ben opgenomen als gezinslid. Helaas ben ik daardoor wel ziek geworden. De chemie heeft mijn zenuwstelsel aangetast. Maar door de geboorte van mijn kleinkinderen had ik weer wat om voor te gaan. Doelen in je leven zijn gewoon heel erg belangrijk en die medemens. En dat is voor mij dus nog steeds zo. De basis in mijn leven is de kerk waaraan mijn ouders verbonden waren. Dat was ook mijn opvoeding, maar dat instituut heb ik niet nodig om te zijn wie ik ben. Gelukkig was die druk er vanuit mijn ouders ook niet en mijn kinderen heb ik ook vrij gelaten in hun keuze. Je moet in je leven tenslotte datgene oppakken wat bij je past.'

'Ik heb vroeger op de witte school gezeten. Maar weet je, die was helemaal niet wit, die was hartstikke grijs. Ik heb ook nog 12,5 jaar voor een oude juffrouw van mij van de eerste klas mogen zorgen op haar oude dag, met huishoudelijk werk. En bij mijn hoofdmeester toen van de MULO, daar heb ik ook nog 12,5 jaar voor gewerkt. Voor mij was het meer dan alleen werk. Ik was voor hen 'die mens'. Dus er was ook tijd voor een kopje koffie en een praatje. Ik heb dat ook altijd met heel veel plezier en liefde gedaan en vind het echt jammer dat ik dat werk nu niet meer kan doen. Maar ik kan er wel zijn voor de mensen. Nu vind ik het prettig als een ander naar mij komt, en ik ben nu even afhankelijk van iemand met een auto. Vanwege mijn gezondheid staat de fiets namelijk even in de schuur. Ik had daar in het begin moeite mee, nu gaat me dat wat makkelijker af. Ik ben altijd heel onafhankelijk geweest en dan is omschakelen niet echt makkelijk.'
Heel veel Hellevoeters kennen Tijnie. Overigens niet van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Maar waarvan dan wel? 'Gewoon van het onderweg zijn', verklaart Tijnie. 'Mijn fiets is mijn enige vervoersmiddel en ik fietste dan ook iedere dag overal heen. Onderweg maak ik me dan ook nog eens nuttig, want al het afval wat ik vind, ruim ik op. Plastic flessen lever ik in en de doppen bewaar ik voor de Stichting Hulphond. Ik hoop zelf noot een hulphond nodig te hebben, maar weet wel wat het betekent voor iemand, omdat mijn moeder een blindegeleidehond had. De gebruikte postzegels breng ik hier naar de kerk en de lege batterijen breng ik naar de school De Brandaris. Ook maak ik altijd met iedereen een praatje en drink ik graag een bakje koffie met anderen. En als je al zo lang in Hellevoetsluis woont, ken je natuurlijk heel veel mensen. Kaartjes sturen naar mensen doe ik ook graag. Gewoon zomaar, of als iemand ziek is of als ik weet wanneer iemand jarig is. Het leuke daarvan is, dat ik soms één kaart verstuur en er weer drie voor terug krijg. Ik ga graag naar buiten. En nu mijn fiets even in de schuur staat, is dat dus met de rollator. En ik doe dat ook, om mijn tijd te delen met anderen. Ik ben ook graag een luisterend oor voor anderen. Soms vertellen mensen mij met hun lichaamstaal meer dan met woorden. Vraag je aan iemand: hoe is het' en deze persoon antwoordt 'goed', houdt juist vaak in dat het helemaal niet goed gaat. Wat we tegenwoordig kwijt zijn, is aandacht voor elkaar. En aandacht is nu eenmaal niet te koop. Vroeger kwam ik ook veel in de bibliotheek, waar ik veel mensen ontmoette. Maar die is nu verhuisd naar de vesting en dat is voor mij dus te ver weg. Dat gedeelte met sociale contacten is dus helemaal weggevallen. Daarbij is de bushalte hier vanwege bezuinigingen ook nog eens weggehaald, al moet ik wel zeggen dat ik met het openbaar vervoer niks meer heb, omdat ik al die handelingen daarbij niet meer kan volgen. Gelukkig komt de bushalte weer terug en dat is voor diegenen die daar wel gebruik van willen maken, wel prettig. Vroeger liep ik ook nog wel eens gewoon een zorgcentrum of verpleeghuis binnen om koffie te drinken en een praatje te maken. Dat persoonlijke praatje, daar is behoefte aan. En juist daarvoor, sta ik dus altijd open. Het zorgen voor anderen heeft eigenlijk altijd wel in mij gezeten. Het werken in de zorg had mijn wereld kunnen zijn. Meerdere kleindochters zitten nu in de zorg, dus mijn nazaten doen nu wat altijd mijn wens was. We moeten meer openstaan voor de naasten. Omzien naar elkaar. En niet alleen tijdens de kerst, maar ook die andere 364 dagen van een jaar. Bij mij is dan ook iedere dag iemand welkom. Luisteren naar elkaar en praten met elkaar is het allerbelangrijkste.''
'Het fijne aan het wonen in Hellevoetsluis, is het vertrouwde. Ook de mensen waar je mee opgegroeid bent, kom je nog overal tegen. Zo is dat ook met Duncan en eigenlijk zijn hele familie. Toen hij na het winnen van het songfestival weer naar Hellevoetsluis kwam, wilde ik hem graag weer eens zien. Maar tussen de gillende tieners bij het gemeentehuis zag ik niet zitten.Onderweg naar een vriendin, zie ik hem ineens staan. Dus ik sprong direct van mijn fiets en vroeg aan hem of hij met deze oma ook nog op de foto wilde. Zijn manager heeft toen een foto gemaakt. Eigenlijk dacht ik dat die nooit te zien zou krijgen, maar de foto werd naar Barry gestuurd van de groep 'Peen' en dat is de vader van mijn kleindochter Esmay. Tot voor kort heeft deze foto bij mij nog op de kast gestaan! Met name van het wonen binnen de vesting heb ik altijd genoten. Eigenlijk wilde ik ook de poort niet uit. Maar inmiddels woon ik hier al zo lang, dat dit toch echt wel mijn plek is. Verder ben ik ook een echt natuurmens. En genieten van de natuur is iets wat ik altijd graag heb gedaan. Ik heb dan ook altijd veel gefietst door Rockanje, Oostvoorne en Tinte. Ook hebben we hier alles, zoals het winkelcentrum.'

Tijnie is lokaal betrokken, maar met de lokale politiek houdt ze zich niet bezig. 'Mijn vader was vroeger raadslid en de vader van een vriendin was wethouder. Duidelijk was voor mij toen al dat dit niet mijn wereld is. Ik heb vroeger ook nog wel eens stukjes voor Groot Hellevoet geschreven als ik mijn ongenoegen ergens over wilde uiten. Dat kon dan bijvoorbeeld ook in rijmtaal zijn. Verder is het groenonderhoud hier in Hellevoetsluis echt schandalig. En daar wou ik het maar bij laten.'

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant