Afbeelding
Een gesprek met...

Een gesprek met André Quispel

Algemeen 1.093 keer gelezen

Hij staat in Hellevoetsluis zó bekend als ‘André van Barendrecht-Elektra’ of ‘André van de EHBO’, dat hem nog geregeld wordt gevraagd “Maar hoe heet je nou eigenlijk echt van je achternaam?” André Quispel (59) is van oorsprong een Heijplater, maar inmiddels al 35 jaar lang een trotse Hellevoeter: “Hellevoetsluis zit in m’n hart.” Hij is getrouwd met Jaqueline en samen hebben ze twee zonen en een schoondochter.

André Quispel werd geboren in Rotterdam en groeide op in Heijplaat, een klein dorp ‘weggestopt achter de containers’. “Mijn vader werkte zijn hele leven bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, net als zo’n beetje iedereen in Heijplaat. Daarom werd het ook wel het RDM-dorp genoemd. Het was een prima plek om op te groeien. In de vakanties zorgde de maatschappij voor activiteiten. Hutten bouwen en zo. Heijplaat was echt een dorp, iedereen kende elkaar. Dat dorpse, dat past wel bij mij. Ik had het niet willen missen.” André groeide op zonder broers of zussen, maar zag dat nooit als een gemis. “Ik had genoeg aanspraak en genoeg te doen. De kruidenier helpen, bezig zijn met 27 MC-bakkies... Je kunt mij in die tijd wel een beetje voorstellen als een Pietje Bell. Ik was een beetje een belhameltje.”

Buurmeisje 
André bleef niet in Heijplaat maar zocht zijn eigen weg: “Vroeger wilde ik politieagent worden, maar ik had een bril dus dat werd ‘m niet. Toen er een keer een elektricien bij ons thuis kwam vond ik dat machtig interessant. Dat wilde ik ook wel. Hij voltooide de LTS in Charlois, maar de MTS bleek iets te hoog gegrepen: “Toen ging ik maar liever werken, bij Croon Elektrotechniek. Via de bedrijfsschool en cursussen kom je uiteindelijk ook wel op niveau.” Na een aantal jaren bij Croon werd André onderhoudstechnicus bij Schop Vleeswaren, een familiebedrijf in Rotterdam. Hij trouwde met zijn Heijplaatse buurmeisje Jaqueline: “Dat is een familietrekje. Zowel haar ouders als mijn ouders waren oorspronkelijk ook buren.” Na een paar jaar in een flatje in Spijkenisse kocht het stel een huis in Hellevoetsluis: “Het was nog vrij nieuw, maar toch al behoorlijk uitgeleefd”, herinnert André zich. “Maar daar moest je doorheen kijken, vond ik. We gingen aan de slag en hebben er een mooi huis van gemaakt waar we nu nog steeds met veel plezier wonen. Ik kan wel zeggen dat Hellevoetsluis in mijn hart is gekomen.”

Barendrecht-Elektra
Hij vond hier ook werk: “Ik zag een vacature als magazijnmedewerker bij Barendrecht-Elektra en ben zonder verdere voorbereiding naar binnen gestapt en heb mijn diploma’s op tafel gelegd. Mijn tijdelijk contract werd al snel naar een vast contract omgezet want ze ontdekten: ‘wat die Quispel zegt dat kunnen zijn handen ook maken’.” Inmiddels werkt hij alweer vele jaren met veel plezier bij dit familiebedrijf: “We zijn echt een begrip in Hellevoetsluis. Ik denk dat onze kleinschaligheid onze kracht is. We zitten in een woonwijk.” Dat hij op de fiets naar zijn werk kan doet hem nog steeds plezier: “Toen ik bij Schop werkte was ik de hele dag weg van huis. Kwam pas laat terug, zag mijn kinderen niet. Ik was echt de man die zondag het vlees kwam snijden.”

EHBO
Een gebeurtenis op de markt 23 jaar geleden bracht hem op het pad van de EHBO: “Ik zag dat iemand een epileptische aanval kreeg, maar ik kon niets doen. Ik voelde me zó machteloos. Daarom besloot ik een cursus te gaan doen.”
Hij kan zich één van zijn eerste praktische ervaringen nog goed herinneren: “Tijdens de avondvierdaagse werd ik ‘meester pleisterplakker.’ De tekeningen en bedankjes die ik achteraf kreeg gaven me een goed gevoel” Hij verheugt zich erover dat het dit jaar na twee coronajaren weer kan. Toch zijn de bedankjes niet waar je het in de eerste plaats om doet: “Ik zie het als een roeping. Doordat je weet wat je moet doen kun je mensenlevens redden en dat heb ik een paar keer mogen meemaken.”
Hij ontwikkelde zich tot een allround EHBO’er en is ook bedrijfshulpverlener op zijn werk. “Ik heb me onder andere ook gespecialiseerd in hulpverlening bij drank- en drugsproblemen. Preventie is daarin ook belangrijk. Dat betekent praten en waarschuwen. Dat ligt me wel. Mijn grootste kunstje is communiceren.” Bovenal werkt hij graag in een team, want hij beseft als geen ander dat hulp verlenen een kwestie van samenspel is: “Je doet het niet alleen.”

Helpen
Hulp bieden past in zijn levensstijl: “Als je iemand kunt helpen moet je dat doen”, vindt hij. Dat kan best ver gaan. Een aantal jaar geleden namen Jaqueline en hij een jongen in huis voor drie jaar. “We plukten hem echt van de straat. Inmiddels is hij goed terechtgekomen in het leven en pakt het leven weer op.” Maar het kan ook eenvoudiger; als er bardiensten moeten worden gedraaid bij de EHBO of andere hand- en spandiensten verleend, dat zegt André niet snel nee.
Door de jaren heen waren hij en Jaqueline ook mantelzorger voor zijn en haar ouders, die ze daarvoor ook naar Hellevoetsluis haalden. Zijn schoonouders en vader zijn inmiddels overleden, maar zijn moeder leeft nog en daar doen ze veel mee: “Dit jaar hebben we mijn moeder nog laten zwemmen met de reddingsbrigade, omdat ze dat zo graag wilde.” En onlangs, toen corona voorbij was, zijn we met haar weer verschillende dagjes uit geweest en leuke dingen gedaan.”
Maar André is niet altijd alleen maar met zijn medemensen bezig. Samen met Jaqueline geniet hij volop van het leven: “We hebben een caravan, en we zijn op bezoek geweest bij onze zoon die in Portugal werkt.” Onze andere zoon is getrouwd en woont ook in Hellevoet  En ik ga ook graag een stukje rijden met de motor.” Nu hij binnenkort de 60 passeert, wil hij ook tijd maken voor andere dingen: Dus we gaan alle activiteiten langzaam een beetje afbouwen.”

Stamboom
Door zijn werk en zijn activiteiten bij de EHBO-vereniging is André van lieverlee een bekende Hellevoeter geworden, hoewel velen hem dus kennen als ‘André van Barendrecht-Elektra of ‘André van de EHBO’. En dat terwijl hij zo’n bijzondere achternaam draagt, die zelfs een Wikipedia-lemma heeft: “De Quispels zijn een Rotterdams koopmans- en redersgeslacht, dat ontstond in 1654, toen Dirck Franszoon van Santvoort de naam Quispel aannam. Hij was een reder; het eerste schip dat hij in eigendom had registreerde hij op de naam ‘Quispel, zoon van Santvoort’, en daarna is hij de naam volledig gaan gebruiken.” Dirck was een ondernemend man die vele reizen maakte en uiteindelijk deel uitmaakte van een rederscombinatie in Rotterdam die maar liefst 11 schepen in de vaart had. “Alle Quispels in Nederland zijn familie van elkaar en de familie heeft voetsporen rond Rotterdam en ook op de eilanden.”
De website genealogieonline weet te melden dat de naam voorkomt in onder andere Brielle, Nieuwenhoorn, Spijkenisse, Oostvoorne en Geervliet. “En Hellevoetsluis natuurlijk. Ik bevind me dus echt op het land van mijn voorvaderen!”

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant