Jan Greshoff werd in 1888 in Nieuw Helvoet geboren en hoort zeker bij bekendste personen die het dorp heeft grootgebracht

Zijn vader was machinist van de Koninklijke Marine en leraar stoomwerktuigkunde aan de Machinistenschool te Hellevoetsluis. Greshoff behoorde tot de 'Generatie 1910', samen met o.a. P.N. van Eyck en J.C. Bloem, met wie hij in 1909 (hij was toen 21) de eerste Nederlandse privé-drukkerij De Zilverdistel oprichtte.

Jan Greshoff was zeker literair gezien, als dichter belangrijk. Maar ook door zijn werk als criticus en journalist had hij een grote invloed op de Nederlandse literatuur, door werk van jonge schrijvers te plaatsen en mensen aan te sporen om te schrijven. Zo drong hij er – samen met Menno ter Braak – bij Elsschot op aan om weer met schrijven te beginnen. Zijn - nog steeds op de leeslijsten vaak voorkomende - geestige roman Kaas is dan ook aan Jan Greshoff opgedragen. Enkele jaren geleden werd in Hellevoetsluis in de Dichterswijk een straat naar hem vernoemd.. Greshoff stierf in 1971 in Kaapstad.

Voor een onbekende
Ik heb u nooit gezien, ik ken u niet,
Uwe ogen noch de ovaal van uw gelaat;
Maar nu gij raaklings langs mijn leven gaat
Wekt gij, waarom?, een onvermoed verdriet.

Zij die 'k met de uitverkoren namen noem
Stond naast u, toen een doodvermoeide vrouw,
En uit de plooien van haar kleed van rouw
Hing haar hand neer als een verlepte bloem.

Hoe bang, hoe hopeloos is dit gebaar:
Zij vreest zichzelf verlaten en vervloekt.
Maar gij gaat verder, god weet wat ge zoekt.
Zó zwijgend scheiden vreemden van elkaar.

Dit was het bitter einde van een waan.
Ik heb u nooit gezien, ik ken u niet;
En toch voor u dit vaagbedroefde lied
Nu gij alléén uw weg moet gaan.