Afbeelding
Foto: WILVANBALEN
Een gesprek met

Gerard Snoek

Actueel 1.429 keer gelezen

Hellevoetsluis - We gaan deze week weer in gesprek met een inwoner van gemeente Hellevoetsluis. De nu bijna 81-jarige Gerard Snoek werd in het oude Noorden van Rotterdam geboren. Een woonwijk die bedoeld was om de toen overvolle binnenstad van Rotterdam te ontlasten.

'Ik heb als kind de hongerwinter meegemaakt', vertelt Gerard. 'Eén aardappel aten we met zijn vieren, dus ik weet wat honger is. In de kamer stond een potkachel en alles was zwart, want we stookten toen het asfalt uit de straat op om warm te blijven en te kunnen koken. Ik ben opgegroeid in Zwaanshals en op mijn 14e jaar kwam ik van de technische school af. Daarna heb ik bij verschillende bedrijven gewerkt. Zo heb ik in de radio reparatie gezeten en in de neon-verlichting en installaties. Maar ik wilde graag meer verdienen, want bij mijn eerste baas verdiende ik 22 cent per uur. Ik werkte 48 uur en uiteindelijk hield ik daar 7,5 gulden per week aan over. Samen met wat vrienden ben ik toen de bouw in gegaan. Dat heb ik tot mijn 19e gedaan en ik de militaire dienst in moest. Daarna ben ik de bouw weer ingegaan, maar toen hadden we een crisis die we de bestedingsbeperking noemden. Dat was in 1958. Er was dus ook maar beperkt werk. In die tijd raakte mijn vrouw Annie, die toen 15 jaar was, zwanger en zijn we getrouwd. Er moest dus brood op de plank komen en in de bouw was niks meer. Toen hoorde ik van de SVZ die mensen in het stukgoed in de haven zochten. Dat is later overgegaan in de SHB. Daar ben ik toen gaan werken en wat later kregen we een woning in Rotterdam. In die tijd heb ik wat diploma's gehaald, zoals stuwer en dekgast. Daarna ben ik bij Frans Swarttouw in de kolen en erts terecht gekomen. Toen ik daar een half jaar werkte, moesten er voor een paar maanden mensen naar het Amerikaanse leger in Groenland om daar schepen te laden. Ondanks dat ik er nog maar een half jaar werkte, kon ik er toch heen, omdat ik de juiste papieren had. Toen ik terugkwam, zijn we verhuisd naar een andere woning in Rotterdam. Daar hadden we een buurman die toen ging verhuizen naar Swolgen in Limburg. Hij had hier een café gekocht. Een half jaar later hebben mijn vrouw en ik hem daar opgezocht en zijn we een paar dagen gebleven. We vonden het heel leuk en zo kwamen we op het idee om zelf een café te gaan runnen."

"Ik werkte toen inmiddels als kraanmachinist en als ik 's nachts niks te doen had, zat ik te leren voor mijn horeca papieren. Vervolgens hebben we een café gekocht in Linne, ook in Limburg. Maar na een goed anderhalf jaar hebben we die verkocht, omdat het niet zo lekker liep. Ik heb toen Frans Swarttouw weer opgebeld en ik kon gelukkig terug komen. Maar ik had natuurlijk geen huis hier in de buurt, dus dat heeft de sociaal werker van hen toen geregeld. Dat is een huis in Rozenburg geworden. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en na een jaar of vijf ging het weer kriebelen. Annie werkte toen bij de Veerheuvel in Rozenburg en hoorde van iemand die een café had en daarvan af wilde. Dat bleek Café de Boemerang te zijn, hier aan de Smitsweg in Hellevoetsluis. Op 15 december 1978 zijn we hier dus begonnen en in 1979 hebben we een woning gekocht in Hellevoetsluis. Vanaf die tijd ben ik dus Hellevoeter. Een klant van mij werkte bij Vermaat en vroeg me hoe ik het volcontinu werken vol kon houden, samen met het runnen van het café en of ik interesse had in een baan als chauffeur bij Vermaat. Dat had ik wel, want dat was met het oog op de werktijden veel gunstiger. Bij Vermaat reed ik het personeel, maar ook toerritten en naar het buitenland. Hier heb ik gewerkt tot ik met de VUT ging. Het café heeft altijd heel goed gelopen en we hebben echt hele leuke tijden gehad. Ook waren dat mooie tijden met het oog op het darten. Toen we begonnen, hadden we drie dart-teams en uiteindelijk waren dat er 14. Elke 14 dagen hadden we een toernooi en had ik minimaal 64 man in huis. Precies 17 jaar hebben we het café gehad en dat waren echt gouden tijden.'

'In 1990 heb ik mijn eerste vakantiewoning gekocht. In de jaren erop volgden er meer en uiteindelijk werden dat er zeven. Mijn eigen vakantiewoning heb ik nooit verhuurd, maar de andere wel. Na vier jaar verhuren verkocht ik ze dan weer met winst. Die vakantiewoningen waren overigens allemaal in Ouddorp. In 2014 heb ik de laatste verkocht.'

Toen het café was verkocht, las Gerard in Groot Hellevoet een advertentie van de ANBO. Zij organiseerden toen een Rijn-Moezel reis vanuit Arnhem. 'Dat leek ons heel erg leuk en we zijn dus mee geweest. Ook zaten we in die tijd zo'n zeven maanden per jaar in Ouddorp. Maar op een gegeven moment, kwam Annie thuis de trap niet meer op. Ze zei toen tegen onze dochter dat ze wel heel graag in één van de flats aan de Isaac da Costrastraat wilde wonen. Mijn dochter dacht dat ik dit niet zou zien zitten, maar ik ben thuis gekomen en heb Maasdelta gebeld. Toen ik vertelde dat we al 18 jaar aan de Moriaanseweg woonden, vertelden zij dat we daarom waarschijnlijk wel snel een huis konden krijgen. En dat was ook zo, want binnen zes weken zaten we er. En het leuke was, dat toen we terugkwamen van die Rijn-Moezel reis, we gelijk de woning in konden, omdat de kinderen alles hadden opgeknapt en de meubels ook al hadden verhuisd. Alleen de katten moesten nog opgehaald worden, want die zaten nog op de Moriaanseweg. Dat was wel een hele leuke verrassing!'

De Rijn-Moezel reis was zo goed bevallen, dat Gerard zich daarna aanmeldde als bestuurslid van de ANBO. 'Ik heb uiteindelijk 10 jaar in het bestuur gezeten. Ik heb daar ook de ledenadministratie gedaan en toen ik begon, hadden ze zo'n 700 leden. Maar ik kende door het café zo veel mensen, dat dit er na vier jaar 2100 waren, dus drie keer zoveel. Omdat ik natuurlijk chauffeur geweest was, ben ik me bij de ANBO bezig gehouden met het organiseren van reizen. Er was wel een reisorganisatie, maar die ben ik groter gaan maken. Ik organiseerde toen niet alleen dagreisjes, maar ook langere reizen naar het buitenland. En dat waren mooie reizen, veel mensen praten er nu nog over. Er was ook heel veel animo voor. Dit heb ik een jaar of zes gedaan, maar ben toen uit de ANBO gestapt. Het hoofdbestuur in Utrecht ging namelijk ineens een hele koers varen en al het geld binnen halen. Ik kon me daar echt niet in vinden en ben er dus in 2011 mee gestopt.'

'In de Bomansflat waar we nu wonen, hebben we het heel erg naar ons zin. Het grappige is, dat ze me hier de 'huismeester' noemen, wat ik officieel helemaal niet ben. Als er wat is, kloppen ze hier aan voor hulp. En ik help mensen graag, dus doe dat dan ook. Ik zit ook in de bewonerscommissie van deze vier flats en ben daarin de technische man zeg maar. Prettig aan het wonen in Hellevoetsluis vind ik de woon- en leefomgeving hier. Ook het winkelcentrum hier is goed, al winkelen we niet zo heel veel. Wat minder was, is dat toen we hier kwamen wonen, we last hadden van verslaafden. Die sliepen beneden in de kelder. Gelukkig hebben we dat met elkaar op kunnen lossen. Waar ik me nog wel aan erger, zijn de fietsers die hier tegen het verkeer in rijden. Van hieruit kun je alleen richting winkelcentrum, maar slechts weinigen houden zich daaraan. Eigenlijk wordt daar te weinig tegen gedaan, dus het zou misschien fijn zijn als de politie hier eens ging handhaven?'

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant