Afbeelding
Foto: MdN
Zomaar een Hellevoeter

Een interview met Peter Hoevenaars

Actueel 1.151 keer gelezen


Peter Hoevenaars werd 77 jaar geleden geboren in Utrecht. Hij groeide hier ook op, tot hij op 20-jarige leeftijd in militaire dienst ging.

'Ik ben zes jaar in dienst gebleven en heb in die tijd een contract afgesloten voor een vast dienst verband', vertelt Peter. 'Ik ben toen officier van de militaire administratie geworden bij het Garderegiment Grenadiers, de mannen met de hoge berenmutsen. Als je naar Prinsjesdag kijkt, dan lopen ze daar nog bij. Tegenwoordig is het samengevoegd en heet het Garderegiment Grenadiers en Jagers. Ik heb ruim vier jaar bij de Grenadiers gezeten als administrateur/officier van voeding. Ik had dus te maken met de keuken en het eten van de mannen. Ik regelde de betalingen aan zo'n 800 manschappen en 60 officieren. Alles ging in die tijd met de hand en met loonzakjes. De soldaten kregen eens in de tien dagen 'soldij' en de officieren kregen iedere maand hun 'wedde'. Als er uitbetaald moest worden, bestelde ik een jeep met gewapende marechaussee, ging naar de Nederlandse Bank, overhandigde een cheque en kreeg zo'n 80 tot 100 duizend gulden mee. Vervolgens was het briefjes uit tellen en de zakjes vullen. Overigens heb ik voordat ik in dienst ging, nog korte tijd bij de Nederlandse Spoorwegen gewerkt. Na de zes jaar in dienst ben ik naar Maassluis gegaan. Hier ben ik toen gaan werken bij de gemeente.'

'Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in sport, ook al ben ik zelf helemaal geen sporter. En in Maassluis vroegen ze een ambtenaar sportzaken. Ik ben daar in januari 1968 begonnen en dat heb ik drie jaar gedaan. Toen ben ik naar Noordwijk gegaan waar ik aan de slag ging als ambtenaar op de afdeling jeugd-en sportzaken. Hier heb ik 11 jaar gewerkt. Toen ik daar weg ging, was ik hoofd van de afdeling sport-, jeugd- en culturele zaken. Hier heb ik niet alleen carrière gemaakt, maar ook een leuke tijd gehad. Eind 1980 belde mijn schoonzus, die in Hellevoetsluis woonde en die vertelde dat ze een directeur voor de dienst accommodatiebeheer zochten bij de Gemeente Hellevoetsluis. Een nieuwe uitdaging en dat zag ik wel zitten.'

'In de tijd dat wij in Hellevoetsluis kwamen wonen, begon Hellevoetsluis voor mijn gevoel langzaam te ontwaken uit een soort van winterslaap. Het was ook een groeigemeente. Wij zijn toen aan de Ebstroom gaan wonen en destijds werden de laatste huizen in de Struyten gebouwd. De Kooistee was toen nog in ontwikkeling en een winkelcentrum en een gezondheidscentrum waren er nog niet. Aandacht voor de historie van Hellevoetsluis was er toen ook niet. Zo zwommen er zelfs vissen in het droogdok, want daar werd niets mee gedaan. In die tijd ging je ook niet voor de lol naar de vesting, want er was niks aan. Er was toen ook geen horeca. Als je ziet wat hier de laatste tien jaar gebeurd is aan ontwikkeling en nieuwbouw, dat is gewoon mooi om te zien. Wat wel aardig is om te vertellen, is dat wij hier kwamen in een tijd dat Hellevoetsluis een super rode gemeente was. We hadden toen ook een volledig rood college. Dat betekende dat de gemeenteraad in meerderheid PvdA was. Het werk wat ik ging doen, was een nieuwe baan, omdat men steeds meer te maken kreeg met onroerend goed. Het beheer en de exploitatie van dat onroerend goed, voor zover dat te maken had met sport, recreatie en cultuur, werd in één dienst ondergebracht. En daar zochten ze een directeur voor en dat werd dus mijn job. Dit had overigens toen ook veel te maken met de Eendragt waarvan de exploitatie toen in handen was van een stichting en dat ging niet zo goed. Ik werd dus eigenlijk ook een beetje directeur van de Eendragt. Een van de mensen die ik toen aangenomen heb als mijn rechterhand, is de huidige wethouder Hans van der Velde. Hij was marinier geweest en wist toen helemaal niks van het ambtelijk apparaat. Ik ben dus eigenlijk een beetje zijn mentor geweest. Ik vind het dan ook heel erg leuk, dat Hans het nu als wethouder heel erg goed doet.'
'Voordat ik bij de Gemeente Hellevoetsluis kwam werken, was er een dienst secretarie en een dienst openbare werken. Binnen die twee diensten werd het werk gedaan wat ik moest gaan doen. De conclusie was voor velen dan ook dat een vreemde vogel alles moest gaan regelen. Dat stuitte op weerstand en dat kreeg helaas gehoor. Het leidde uiteindelijk zelfs tot mijn schorsing een jaar of zes, zeven nadat ik daar begonnen was. Ik ben wel weer gewoon aan het werk gegaan, maar heb toen wel een advocaat ingeschakeld en ben een procedure gestart. In eerste instantie werd ik in het gelijk gesteld, maar de toenmalige burgemeester ging in hoger beroep. Deze rechter oordeelde echter ook in mijn voordeel. Ik ben toen dus wel van alle blaam gezuiverd, maar het is altijd wel blijven wringen. Ondertussen ging de ontwikkeling door en veranderde ook de stemverhouding binnen de gemeente. Daarmee kwam ook de privatisering op gang en werd mijn werk dus steeds minder. Wat ik nog wel heb gedaan, is het begeleiden van de renovatie van de Eendragt. Ik was daar projectleider van. Ook het overdragen van alles, behoorde nog tot mijn werk. Die samenwerking daarin liep alleen niet echt lekker en nadat ik dat had aangegeven, kreeg ik te horen dat ik op 1 november 1998 met pensioen kon. Daar zat ik nog geen half jaar vanaf en vervolgens kreeg ik zo'n mooie regeling aangeboden dat ik toen al ben gestopt.'

Tekst gaat verder onder de foto

'Ik was dus 56 toen ik ben gestopt met werken en ik zeg altijd, na die tijd is de mooiste tijd van leven begonnen. Veel op vakantie, alles meemaken met de kleinkinderen, leuke dingen kunnen doen, ik geniet gewoon overal van. Ook ben ik toen gaan schrijven voor de Maaspost, de Hellevoetse Post, Het Zuiden en de Delta. Dat heb ik een jaar of tien met veel plezier gedaan. Op dit moment ben ik mentor van drie mensen. Mensen die niemand meer hebben en zelf onbekwaam zijn om alles in hun leven te regelen. Waar ik heel veel plezier in heb om te doen, is het zingen bij Het Randstedelijk Mannenkoor en bij The Lighthouse Singers, een koor onder muzikale leiding van Ynke van der Wagt en dat best nog wat mannen kan gebruiken. Ook speel ik twee middagen in de week met veel plezier bridge bij de grootste en vooral gezelligste bridgevereniging op Voorne Putten,namelijk bv Kleiburg. Daarbij passen we sinds een paar jaar ook op huizen en de dieren van de huiseigenaar. Dat doen we nu zeker wel zo'n kwart van het jaar. Fietsen doe ik ook heel graag. Ik vind ook dat we hier een prachtig landschap hebben daarvoor. Ik fiets heel vaak dezelfde ronde, maar toch is het elke keer weer anders. Wat ik ook heel prettig vind, is dat wij hier aan het mooiste park wonen wat er is, het Ravense park. Een nadeel vind ik het openbaar vervoer. Ik ben meer dan een uur onderweg voor ik in een trein zit. Verder vind ik dat het het bouwen hier nu wel eens mag stoppen. Hellevoetsluis is groot genoeg, je moet niet groter willen! Ook aan het monument voor de gevallenen moet echt eens wat gedaan worden. Dat staat helemaal verkeerd langs de Rijksstraatweg in Nieuwenhoorn en heeft geen enkele uitstraling. Hellevoetsluis verdient in mijn ogen een echt monument op een markante plek!'

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant