Afbeelding
Foto: Ad Kievit

Een interview met Rein Saris

Actueel Een gesprek met... 1.234 keer gelezen

De nu 15-jarige Rein Saris is geboren in Spijkenisse, maar woont, zoals hij zelf zo mooi zegt, al zijn hele leven in Hellevoetsluis en wel in de Wittens Hoeck in de wijk de Struyten. En met veel plezier, want hij vindt het een fijne wijk om in te wonen.

"Ik zit nu op havo 4 van het Jacob van Liesveldt", vertelt Rein. 'Hiervoor heb ik drie jaar TTO gedaan en mijn Cambridge examen gehaald. Dit is onderwijs wat bijna allemaal in het Engels is. Dat leek me handig, want hiermee kun je eigenlijk overal ter wereld een studie volgen of een een baan krijgen. Ik wil of de ICT kant op of de luchtvaarttechnologie. Over anderhalf jaar hoop ik af te studeren en dan ga ik waarschijnlijk naar het hbo, alleen welke weet ik nog niet precies."

Motorracen
Rein heeft een bijzondere hobby: motorracen. Hij begon daar al als klein jongetje mee. "Ik doe aan motorracen op het asfalt, dus geen cross", vertelt Rein. "Dat gaat harder met meer stabiliteit in de motor. Op mijn achtste ben ik begonnen op een mini bike. Dat zijn hele kleine motortjes die niet zo heel erg hard gaan. RAP Holland organiseerde toen door heel Nederland op kartbanen wedstrijden voor de jeugd. Voor mijn achtste verjaardag gingen we karten en toen wilde ik dus eigenlijk ook op karten. Maar toen we op internet gingen kijken waar we een testdag konden rijden, kwam mijn moeder een testdag voor de mini bikes tegen. "Lijkt het je niet leuk om dat te proberen", vroeg ze toen en eigenlijk vond ik dat zelf ook veel leuker. We volgden ook altijd de motorraces op TV, omdat mijn ouders en ik echt gek zijn van motorrijden. Mijn vader heeft vroeger ook aan motorracen gedaan, maar is daarmee gestopt toen ik geboren werd, omdat het toen te duur werd. Na die testdag ben ik de winter daarna ermee doorgegaan en op indoorbanen gaan trainen. We hebben toen ook zelf een mini bike gekocht. Het was gewoon een goedkoop dingetje en het trainen was ook voor de fun, als hobby. Er werd mij toen afgeraden om Nederlandse kampioenschappen te rijden, omdat het niveau best wel hoog lag. Maar ik ben toch dat seizoen van start gegaan daarin en toen werd ik in het eerste jaar gelijk 'Rookie of the year', dus beste nieuweling van het jaar. En dat smaakte naar meer. Het jaar daarop zijn we met dezelfde motor verder gegaan, dat was dus in 2013. Toen werd ik derde van Nederland en daar was ik echt heel blij mee. Toen ben ik een niveau omhoog gegaan en dat seizoen wisselde ik steeds van plek 3 en 4. Uiteindelijk werd ik aan het einde van het seizoen toch vierde en viel dus net buiten het podium. Voor plaats 1 tot en met 3 zijn er dan altijd echt hele grote bekers en eigenlijk baalde ik best een beetje dat ik die net niet had. Dat jaar daarop zijn we overgestapt op een iets grotere motor, een NSF 100, dus een 100 cc schakelmotor. Hiermee werd ik dus geïntroduceerd in de wereld van schakelmotoren en dan gaat er een wereld voor je open. In 2015 zijn we van start gegaan in het Arie Molenaar kampioenschap voor de NSF 100. Dat is een soort cup voor de jeugd, maar dat beviel mij niet echt, omdat je niet op je eigen motor rijdt. Per wedstrijd kreeg je een andere motor en dan merk je dus de verschillen in bijvoorbeeld de vering of de geometrie. Daar kon ik niet aan wennen, dus in seizoen 2016 zijn we naar het Duits kampioenschap gegaan waar je dus wel met je eigen motor mag rijden. En dat was voor mij een heel mooi seizoen waarin ik heel veel heb geleerd. Ook ging het dat seizoen heel erg goed.

Het jaar erop ben ik naar een nog grotere motor gegaan, een 125 cc motor en ben ik weer in Nederland gaan rijden. In 2017 reed ik in de GAMMA Yamaha R125 Cup, een motor waar ik eigenlijk gelijk goed mee overweg kon. In het eerste wedstrijdweekend werd ik ook gelijk al derde. Die motoren zijn alleen matig wat de geometrie betreft en je mag er niks aan veranderen. Ook heb je geen vrije keuze in banden en regenbanden mogen ook niet. Je moet dus op straatbanden rijden. Het seizoen beviel wel, maar er zaten dus ook nadelen aan. Ik werd toen 14 en dus zijn we in de winter gaan nadenken over wat we het volgend seizoen wilden gaan doen. Er was toen net een nieuwe klasse, de Yamaha R3 Cup, dus met 300cc motoren op grotere banen. Het probleem hierbij is wel dat het heel erg duur is om hieraan mee te doen. We hebben toen besloten om op een 600cc te starten en dat is dus afgelopen seizoen geweest, 2018. Ik ben toen gestart in de OW Cup op het laagste niveau. Het leuke is dat je rijdt op een veel betere en krachtiger machine. Ik was wel de jongste in deze klasse, omdat je eigenlijk 15 moet zijn. Iedereen was ook verbaasd hierover, 'zo'n jong kind op zo'n krachtige machine' zeiden ze toen. Ik had ook eigenlijk geen verwachtingen, maar het ging steeds beter en na vier wedstrijden won ik met een hele grote voorsprong van 54 seconden. Ik ben toen overgeplaatst naar het middelste niveau van Nederland en daar ging het ook gelijk goed en reed al snel mee in de top tien. In Assen werd ik derde in een wedstrijdweekend en dat was natuurlijk heel erg leuk. We hadden dat ook niet verwacht. Op het circuit Zolder in België ben ik daarna nog vierde geworden en in de laatste wedstrijd van het seizoen pakte ik nog een derde plaats. Komend seizoen ga ik van start in de ONK Super Cup 600, dat is het hoogste klassement in Nederland. Daar ben ik dan weer de jongste in die klasse."

Dankbaar
Rein beseft heel goed dat hij veel aan zijn ouders te danken heeft, die hem door dik en dun steunen. Ze zijn overal bij en steken er veel tijd én geld in. Bovendien is het heel moeilijk om sponsoren te vinden. "Ik werk zelf ook bij de Jumbo", vertelt Rein. "Maar ja, voor mij is het vier maanden werken voor één set banden. En met één set, doe je één dag en je gebruikt 20 sets per seizoen. Ik ben mijn ouders dan ook heel erg dankbaar dat ik dankzij hen aan deze geweldige sport kan doen!"

Andere hobby's
Rein heeft nog wel een andere hobby en dat is mountainbiken. "Dat is heel leuk om te doen en het helpt bovendien als een soort krachttraining", zegt hij. "En dat kan ik voor het motorrijden dus goed gebruiken. Deze sport kost namelijk veel meer kracht, dan mensen vaak denken."

Begeleider
Tot vorig jaar had Rein geen begeleider in zijn training. Daarvoor deden hij en zijn ouders alles zelf. "Ik vind het wel prettig dat ik daar nu iemand voor heb", zegt Rein. "Voor mij is het heel rustgevend. Mijn ouders leven altijd heel erg mee en dat brengt ook stress met zich mee. En daar werd ik ook weer gestrest van. Dat is met de persoonlijke begeleiding dus veel beter."

Hellevoetsluis
Rein mag dan nog jong zijn, maar hij heeft wel een uitgesproken mening over 'zijn' Hellevoetsluis. "Vooral de Vesting vind ik heel erg leuk", besluit hij. "Met name het uitzicht daar vind ik echt heel erg mooi. Ook de geschiedenis ervan vind ik heel erg interessant. Er heeft zich hier natuurlijk heel veel afgespeeld in het verleden. En dat is wel mijn thuisstad, waar ik dus mijn hele leven al woon. Dat vind ik best bijzonder."

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant