Nieuwjaarsduik Hellevoetsluis: 'Ik doe het nooit meer!'
Actueel 2.427 keer gelezenWeerplaza meldde vooraf: 'Deelnemers aan de nieuwjaarsduik krijgen het op 1 januari relatief gemakkelijk, met een temperatuur van circa 7 graden en een overwegend zwakke wind (kracht 2 à 3) uit het zuiden zal het aan zee bepaald niet onaangenaam zijn'.
Of veel deelnemers aan de nieuwjaarsduik dit hadden gelezen is niet bekend. Maar wat zeker is, is dat sommige deelnemers er topfit bij lijken te staan en dat anderen nog kleine ogen hebben van de te korte nachtrust. Allemaal voelen ze dat het koud is dit jaar, de watertemperatuur is 6 graden, maar de buitentemperatuur is maar 3 graden. Buienradar geeft aan dat de gevoelstemperatuur precies 0 graden is! Toch staan maar liefst bijna honderd mensen woensdag 1 januari om 12.00 uur klaar bij het strandje tussen Cape Helius en de vuurtoren om het water in te rennen voor de traditionele nieuwjaarsduik.
Voordat burgemeester Milène Junius het startschot geeft, wenst zij iedereen een gezond en gelukkig 2020 toe en vindt zij "het dapper dat jullie hier zijn." Met uiteraard een woord van dank voor de organisatoren van de duik: Scouting Hellevoetsluis met medewerking van Unox, de Hellevoetse Reddingsbrigade en EHBO en Cape Helius.
Winnaar
Winnaars met de origineelste outfit zijn dit jaar vader en zoon Peter en Sil den Hartigh. Verkleed in een soort junglepak met bananenbladeren hebben zij echt wat van hun outfit gemaakt, vindt de burgemeester. Er is ook een verrassingsprijs. Deze is voor de deelnemer die van het verst komt om deze duik mee te maken. Helemaal uit Melbourne, Australië, komt Scott Uitdenbogaard. "Ik doe het nooit meer", zijn de eerste woorden die Scott uitbrengt. Na de prijsuitreiking krijgen alle deelnemers een kop dampende erwtensoep.
Champagne voor de burgemeester
Carolyne Grauss kwam na de duik in haar bikini het podium op met een mooie fles roze champagne. Zij schonk twee glazen in en bracht samen met de burgemeester een toast uit op het nieuwe jaar.
Fotografie: Wil van Balen en video: Peter Heine
