Afbeelding
Zomaar een Hellevoeter

Een interview met Evert Peelen

Actueel 859 keer gelezen

De nu 72-jarige Evert Peelen is geboren en getogen in Rotterdam. Zo'n 30 jaar geleden kwam hij in Hellevoetsluis wonen.

'Ik ben opgegroeid in Crooswijk en dan voornamelijk aan de Kralingse Plas', vertelt Evert. 'Mijn vader was scheepstimmerman, dus eigenlijk heb ik altijd al in de bootjes gezeten, al waren dat vroeger voornamelijk houten bootjes. De handigheid heb ik niet alleen van hem, maar ook van mijn moeder. Zij kon namelijk waanzinnig handwerken, breien en kleding maken, dat was gewoon absurd. Mijn ouders waren allebei creatieve mensen en dat heb ik gelukkig meegekregen. Ik ben na mijn middelbare school naar de kweekschool gegaan, want mijn vader zei altijd 'het is allemaal leuk en aardig, maar iets met een hamer verdienen, is minder gezellig dan met een krijtje, want dat is niet zo zwaar'. Ik wilde toen heel veel andere dingen gaan doen. Ik wilde gaan varen, ik wilde in de kunst, ik wilde schepen bouwen, noem maar op. Maar uiteindelijk ben ik toch naar de kweekschool gegaan om leraar te worden. Ik kon mijn vader ook geen ongelijk geven. Het is zwaar werk en als het winter is en je moet buiten werken aan een schip, dan vallen je handen er haast af. Toen had je nog strenge winters. Ik heb de kweekschool afgerond en ben voor de klas gaan staan. Ik was toen wel al een buitenbeentje, want het was in die tijd gebruikelijk dat je met een stropdas en in colbert liep. In mijn stageperiode had ik al stront aan de knikker, omdat ik een poloshirtje aan had. Met de kinderen kon ik altijd goed overweg, maar problemen met het management had ik vaak wel. Het was voor mij al snel duidelijk dat ik dit werk dus niet lang wilde blijven doen en ben orthopedagogie gaan studeren. Opvoedkunde voor kinderen met een handicap, dus doof of blind of kinderen met een ziekte. Ik heb daarna een tijdje op een school gewerkt waar enkel kinderen zaten met kanker of zware nier- of hartproblemen. Ook heb ik op een pedalogisch instituut gewerkt, waar kinderen op zaten die ze nergens anders kwijt konden."

"Maar ook in dit werk kwam ik heel snel tot de conclusie dat het niks voor mij was. Daarna ben ik naar de academie voor beeldende kunst gegaan, wat ik eigenlijk al veel eerder had willen doen. Hier heb ik echt een heerlijke tijd gehad. Studiereizen naar Parijs en Rome, noem het maar op. Echt hartstikke leuk. Ik ken nu nog steeds mensen van de academie en dat is ook erg leuk. Ondertussen had ik weer samen met mijn vader een bootje getimmerd, want dat ben ik al die tijd blijven doen. Bij het laatste bootje dat ik samen met hem ingebouwd heb, had hij net een infarct gehad. Hij was toen aan één kant verlamd, maar hij kon nog steeds pen en gat verbindingen maken. Hij had echt engelengeduld. Zelf heb ik nu zo'n zes bootjes gebouwd, maar ik heb ook veel scheepsbetimmeringen gedaan, dus het interieur. Maar ook klussen zoals een deurtje of een aanrechtblad. Na mijn opleiding op de academie heb ik uiteindelijk voor beeldhouwen gekozen. Ik heb dus koppen leren boetseren en hakken en brons leren gieten. Na een tijdje besloot ik dat ik wel wat meer wilde dan alleen koppen hakken en ben ik bij Gust Romeijn terecht gekomen. Hij gaf les op de academie, was beeldhouwer, maar ook schilder. Hij maakte voornamelijk objecten. Op een gegeven moment heb je allerlei gedachten, die je vorm wilt gaan geven. Vanuit die gedachten en ideeën, maak ik objecten. En met mijn eigen objecten probeer ik duidelijk te maken wat er in mij omgaat. Direct na de academie ben ik hiermee begonnen. Ik heb toen een tijdje geprobeerd om als kunstenaar mijn brood te verdienen, maar dat viel een beetje tegen."

"Mijn vrouw Ria en ik woonden toen op een boot van 12 meter en daar kon ik eigenlijk alleen maar schilderen. Voor een atelier was geen ruimte. Ik maakte voornamelijk aquarellen en verkocht wel eens wat, maar dat was niet genoeg om van te leven. Mijn vrouw bleef echter achter me staan om het vooral te blijven doen. Ze zei: 'ik heb een baan, we rooien het wel'. Maar daar had ik dus echt geen zin in en ben weer les gaan geven. Ik ben toen op het voortgezet onderwijs aan de slag gegaan. Ik heb daar onder andere fotografie gegeven, handvaardigheid en later ook techniek. In die tijd heb ik ook een opleiding gevolgd aan de zeevaartschool, samen met mijn vrouw. Toen was ik al tegen de 50. We hadden een groot schip laten bouwen en wilden daarmee ons geld gaan verdienen. Met dit schip hebben we gecharterd. Dat bracht wat extra geld op. Zomers ging dat van IJsland, Spitsbergen tot aan de Azoren. Ik heb ook jachtservice gedaan, dus als iemand problemen had met zijn boot, of er was iets kapot, dan konden ze mij bellen. Tot twee jaar geleden heb ik nog bootjes gebouwd, maar dat werd echt te veel. Met een bootje ben je namelijk wel zo'n 9 maanden bezig. Het lesgeven heb ik tot mijn 50e gedaan en het jachtonderhoud in hout doe ik nu nog. Verder ben ik vrijwel dagelijks in mijn atelier in Zuidland te vinden. Ook heb ik regelmatig exposities. Mijn exposities zijn een combinatie van draaiwerken van hout en objecten.'

'Na ons trouwen hebben Ria en ik eerst ingewoond bij haar ouders. Ik zat toen in dienst. Daarna zijn we in Bolnes gaan wonen en weer wat later hebben we een herenhuis aan de Mathenesserlaan in Rotterdam gekocht. Dat huis ben ik tien jaar aan het restaureren geweest. Daarna zijn we op een boot gaan wonen en eigenlijk wilden we de wereld rond varen. Daar hebben we later vanaf gezien. Zo'n 30 jaar geleden zijn we in Hellevoetsluis komen wonen. Daarvoor woonden we vijf jaar op de boot en in de winter lagen wij dan in Hellevoetsluis. Ria wilde echter weer op de wal gaan wonen. De woningbouwvereniging had toen in eerste instantie een huis voor ons in een straat. Maar dat wilden we niet, want we wilden op een flat. Iets aan het Haringvliet vonden we wel wat. Uiteindelijk hebben we een flat aan de Vaargeul gekregen en daar wonen we nu nog met heel veel plezier. De woning is heerlijk, het is er rustig en wonen in Hellevoetsluis is heel prettig. We hebben hier lekker veel water om ons heen en je zit snel op zee. Dat is natuurlijk geweldig. We hebben nu een motorboot en daar varen we veel mee.'

'Minder prettig aan Hellevoetsluis vind ik bepaalde beslissingen die het gemeentebestuur neemt, bijvoorbeeld het bezuinigen op de bibliotheek e.d.. Ook wordt er hier te weinig aan kunst gedaan. Kijk eens naar Brielle, daar doen ze veel meer. En neem de handhaving hier, die is echt heel erg slecht. Als je kijkt naar de Heliushaven, waar wij met onze boot liggen, daar wordt regelmatig veel te hard gevaren, maar je ziet er nooit iemand die daarop handhaaft. En als je belt over gevaarlijke situaties, komen ze niet eens kijken. Dat was in Rotterdam wel anders. Als je daar belde, stond de politie binnen vijf minuten bij je.'

Evert is wel lokaal betrokken en volgt ook wel wat er gebeurt in Hellevoetsluis. Bemoeien doet hij zich daar niet mee:' Landelijk heb ik dat vroeger wel gedaan. Zo was ik anti-Vietnamoorlog en heb ik demonstraties gelopen. Maar tegenwoordig ben ik niet meer de man van de barricades. Dat laat ik nu aan anderen over. Wat me bezig houdt, laat ik zien in mijn objecten.'

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant